Pagina's

vrijdag 13 december 2019

Eigen schrijfsel: Het moedergevecht

Zo nu en dan schrijf ik zelf eens een stukje. Dit doe ik voor het plezier, de creativiteit, de fantasie, en om dingen van me af te schrijven.
Deze stukjes tekst wil ik hier op mijn Blog delen. Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden: schrijfstijl, inhoud, spanning, onzekerheden. Laat een reactie achter zodat ik mijn schrijfsels verder kan verdiepen en verbeteren.

    Waar is Jesper nou? De schoolbel is al lang gegaan. Ik krijg een onzeker gevoel, Jesper is niet altijd een engeltje. Tsjah, wie wel? Maar hij zit in klas 2 en is aan het ontdekken tot hoever hij kan gaan. Dat doet elk kind van die leeftijd.
    De juf komt naar buiten. Of ik even samen met de moeder van Niels naar binnen wil komen. Zie je nu wel, denk ik bij mezelf, er is iets aan de hand. Jesper en Niels kennen elkaar al hun hele leven. Het zijn de beste maatjes en gaan regelmatig bij elkaar spelen. Komen vaak bij elkaars grootouders, en logeren ook wel eens bij elkaar.
    Jesper en Niels zitten samen nog in de klas, op een stoeltje bij het bureau van de juf. Ik zie dat ze bang zijn dat we boos zijn. Dus ze weten dat er iets is gebeurd wat niet door de beugel kan. Dat is in ieder geval al iets.
    "Jesper en Niels hebben vandaag iets gedaan wat niet mag. Kunnen jullie dat even aan jullie moeders vertellen?"
    Gespannen kijken de twee jongens elkaar aan. Wie van de twee durft te beginnen... Na een moment van stilte is het Jesper die begint te praten.
    "We hebben gemeen gedaan tegen Emiel. Die jongen met bril uit klas 1."
    "En wat hebben jullie dan gedaan?" vraagt de moeder van Niels.
   "Nat gespat met modder." zegt Niels. Beide jongens kijken naar de grond terwijl ze aan hun vingertjes zitten te pulken. Ze weten dat ze fout zitten, dat het niet mag. Dat is al goed, denk ik.
    "Is er al een excuses aangeboden aan de jongen?" vraag ik aan de juf.
    "Nee nog niet. De juf uit klas 1 is zojuist pas naar mij toegekomen om het te vertellen. Ik stel voor dat Jesper en Niels morgen ochtend sorry gaan zeggen tegen Emiel." De juf kijkt naar de ietwat aangeslagen jongens.
    "Lijkt me een goed idee." zeg ik terwijl ik naar de moeder van Niels kijk. Ze staat met haar armen over elkaar naar de jongens te kijken. "Helemaal mee eens." zegt ze.
    De jongens kijken elkaar aan en stemmen in met een excuses.
    Op de fiets naar huis is het stil. Waarom hebben ze dat gedaan? Vraag ik me af. Vanwege de bril? Is dat echt een reden om je anders te gedragen naar iemand? Of om een kindje buiten te sluiten? Ik snap het niet, de Oma van Niels heeft ook een bril. En zij heeft zelfs een lui oog, dus kijkt ze scheel. Morgen ochtend gaan ze sorry zeggen. Met vele vragen in mijn hoofd val ik enigszins onrustig in slaap.

    De volgende ochtend op de fiets naar school is Jesper weer aan het praten. Hij vertelt ronduit over wat hij heeft gedroomd, wat hij vandaag allemaal gaat doen vandaag, en wat hij allemaal om zich heen ziet op de fiets.
    "Jesper, weet je nog wat je gisteren aan de juf, de moeder van Niels en mij hebt beloofd?" vraag ik.
    "Ja..." zegt Jesper iets minder enthousiast.
    "Wat dan?"
    "Niels en ik gaan sorry tegen Emiel zeggen." Ik weet dat hij nu weer naar zijn vingertjes kijkt achter me in de fietsstoel. Hij weet het nog, en hij weet heel goed dat het niet nog eens mag gebeuren. We hebben het thuis vaak over pesten en gepest worden. Als hij iets heeft gedaan wat niet mag, dan doet hij dat nooit meer. Hij weet dan direct dat iemand dat niet leuk kan vinden. De rest van het fietstochtje is hij weer iets stiller.
    Eenmaal aangekomen op school staat de juf al te wachten op het schoolplein. Niels staat al bij haar. Jesper loopt zonder iets te zeggen naar haar toe. Met zijn drieën gaan ze naar Emiel toe. Ik kan niet horen wat er wordt gezegd, maar de kleine jongen knikt. Jesper en Niels schudden hem nog de hand. De moeder van Emiel kijkt tevreden. En de moeder van Niels kijkt opgelucht naar mij. We hoeven elkaar niets te zeggen hierover. We weten dat het goed is, en dat ze zoiets nooit meer zullen doen.

    Wanneer ik weer op school kom om Jesper op te halen is er paniek. Ik zie dat er een moeder aan het schreeuwen is tegen een kind. Mijn gevoel zegt dat het fout zit. Snel zet ik de fiets neer en haast mij naar het voorval. Het is Jesper tegen wie de vrouw schreeuwt. Ze houdt zijn armpje stevig vast en ik zie dat hij bang is.
    "Laat hem onmiddellijk los!" roep ik geschrokken maar boos.
   De moeder kijkt op. "Ben jij soms de moeder van dit joch?" vraagt ze. Ze is duidelijk erg aangedaan en woest.
    "Dit 'joch' heeft een naam, Jesper. En ja, hij is mijn zoon. Laat hem NU los!"
    Met enige tegenzin laat ze hem los, maar richt zich dan op mij. Mijn hart zit in mijn keel. Het lijkt alsof de duivel tegenover me staat.
    "Dat joch heeft weer mijn kind gepest! Hij heeft zijn bril afgepakt en in de wc gegooid! Vanochtend heeft hij zogenaamd sorry gezegd, maar denkt nu dat hij gewoon verder kan gaan met pesten." Speeksel land op mijn gezicht wanneer ze tegen mij uitvalt.
    Ik kijk naar Jesper en vraag of hij Emiel weer heeft gepest.
    "Echt niet mama. Ik heb hem niet gepest." Ik zag in zijn ogen dat het de waarheid was. Hij heeft nog nooit twee keer dezelfde fout gemaakt.
    "LIEG NIET ROTJONG!" De hand van de moeder van Emiel dreigt mijn zoon in zijn gezicht te slaan. Ik sta voor haar voordat ik het in de gaten heb en duw Jesper weg.
    "JIJ raakt mijn zoon NIET aan, hoor je me?!" zeg ik streng tegen haar. De adrenaline stroomt door mijn lichaam, en ik ben bang.
    Ineens krijg ik een vuist in mijn gezicht en een duw. Even weet ik niet wat er gebeurd, maar dan zie ik haar in alle woede weer op mij afkomen. In een reflex en uit zelfverdediging duw ik haar naar achteren. Het heeft geen zin. Ik ben een boksbal geworden die ze kapot wilt hebben. Ik trek aan haar haren en zij aan de mijne. We liggen op de grond en ze grijpt me naar de keel. Wat is er aan de hand. Wat gebeurt er?
    Dan wordt ze van me afgetrokken. Omstanders zijn me te hulp gekomen en hebben de moeder in bedwang op de grond geduwd. Ze schreeuwt en ze tiert en probeert om zich heen te schoppen en te slaan. Ik wordt overeind geholpen. Het bloed stroomt in mijn mond en drupt op de grond. Jesper staat geschrokken en huilend bij de moeder van Niels.
    Enkele docenten zijn inmiddels naar buiten gekomen en brengen ons naar binnen, terwijl de moeder van Emiel nog schreeuwend op de grond in bedwang wordt gehouden.